6

Ga naar de  VORIGE  bladzijde

Ga naar NUMMERS   of    INHOUD

Ga naar de  VOLGENDE  bladzijde

B. Heraldiek


In de heraldiek zijn rechts en links verwisseld.  Men gaat n.l. uit van dengene die het schild voor de borst draagt en er dus achter staat.  Wat links is voor den beschouwer, is dus rechts voor den drager en blijft in de heraldiek rechts heeten.
Figuren op het wapenschild zijn eveneens naar rechts gewend, tenzij anders vermeld, zooals b.v. in het derde kwartier van ons familiewapen.
De eereplaats in het wapenschild is rechts boven, dus links voor den beschouwer.
Ook de kleuren van de dekkleeden worden ontleend aan de kleuren van de eereplaats in het wapenschild, dus aan die van het eerste kwartier. (Zie hiervoor D. en F.)


C. Wapenschild


De oorspronkelijke vorm van het wapenschild was driehoekig. Later werd die vorm rechthoekig, waarbij de onderzijde van het schild een lichte ronding laat zien, met in het midden van die ronding vaak een steunpunt.
Een vrouwelijk wapenschild was ruitvormig en stond op de punt van de langste middellijn.

"Gedeeld"      heet een schild, dat door een horizontale lijn in tweeen wordt
               gedeeld.
"Doorsneden"   heet een schild, dat door een verticale lijn in tweeen wordt
               gedeeld.
"Gevierendeeld" of "Gekwartierleerd" heet een schild, dat door een horizontale-
               en een verticale lijn wordt gedeeld.

Bij een gedeeld schild heet de scheidingslijn "paal" of "balk".
Bij een doorsneden schild heet de scheidingslijn "dwarsbalk" of "faas".
Bij een scheidingslijn van het schild die van rechts naar links onder gaat, heet de lijn "schuinbalk" of "band".
Bij een scheidingslijn die van links boven naar rechts onder gaat, heet die lijn "linkerschuinbalk".

Bij een gevierendeeld schild is :
het rechterboven gedeelte kwartier no.1
het daarnaast staande gedeelte kwartier no.2
het onder kwartier no.1 staande gedeelte kwartier no.3
het daarnaast staande gedeelte kwartier no.4

Wapenschilden met kwartieren vindt men oorspronkelijk bij vorstelijke personen en bij de ridderadel, later ook bij vooraanstaande families. Deze soort wapenschilden ontstonden door een huwelijk van personen die beide reeds een wapen hadden en die nu de hoofdmotieven van beide schilden in een wapen vereenigden. Dit was oudtijds reeds gebruikelijk bij alle bovengenoemde groepen.
De wapenschilden van lateren tijd (18e wn 19e eeuw), vertonen bijna allen een schild zonder kwartieren, doch op het schild een of meer gelijke en gelijkvormige figuren (b.v. 3 sterren, 3 hoorns, 2 fakkels, enz).  Vaak komt ook een enkele figuurafbeelding op het schild voor.

Wapenbeschrijving heet ook blazoeneeren.

Wapenschilden werden door de ridders aan de linkerarm gedragen, waren van ijzer en vrij klein.  Zij dienden in den strijd en op toernooien ter afweer en dekking, terwijl de rechterhand het zwaard, resp. de speer hanteerde.

In de Romeinsche tijd en later waren deze schilden bij de strijders te voet veel grooter.

Ga naar de  VOLGENDE  bladzijde

Ga naar de  VORIGE  bladzijde

Ga naar NUMMERS  of   INHOUD